Anouck Gaastra
01 Arbozorg en organisatie van de arbeid
 >  Omgevingsmanagement
Introductie

In deze toolbox besteden we aandacht aan het omgevingssensitief werken in een project. Omgevingssensitief werken betekent dat je je bewust bent van anderen, de omgeving en hoe jouw werkzaamheden daar invloed op hebben.


Omgevingssensitief werken

Dura Vermeer werkt in verschillende soorten gebieden en past daarbij verschillende benaderingen toe. Daarom is het belangrijk om voordat het project begint een grondig onderzoek te doen naar wie er allemaal in dat gebied aanwezig zijn. We zijn tijdelijk te gast in dit gebied en willen ons als goede buren gedragen.

Binnen het omgevingsmanagement bij Dura Vermeer is het omgevingsteam verantwoordelijk voor 13 domeinen, zoals aangegeven in de cirkel hieronder.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Tijdens de uitvoering van het project moeten alle teamleden maatregelen nemen om de omgeving tevreden te houden. Als we ons niet aan de maatregelen houden die in het projectteam afgesproken zijn om omgevingssensitief te werken, is er een kans dat de volgende risico’s ontstaan:

  • Gevaarlijke situaties op en nabij de bouwplaats.

  • De omgeving is ontevreden en dat kan vertraging veroorzaken.

  • Kosten vanwege veranderingen in de werkwijze of herstel van gemaakte fouten.

  • Negatieve publiciteit, wat slecht is voor het imago van Dura Vermeer bij de omgeving en de opdrachtgever.

  • Stilleggen van het werk, omdat we niet voldoen aan de vergunningseisen.​​​​​​​ 


Maatregelen > Maatregelen per domein

Stakeholdermanagement: Wat moet je doen?

  • Voer het werk uit volgens het opgestelde BLVC-plan.

  • Als er verzoeken vanuit de omgeving komen, stuur ze dan door naar de omgevingsmanager en beslis samen wat mogelijk is.

  • Geef aan het omgevingsteam aan of er manieren zijn om de belangen van de verschillende betrokkenen te behartigen.

  • Begin pas om 7.00 uur met werken; anders hebben we een APV-ontheffing nodig, want de wettelijke werktijd is tot 19.00 uur.

  • Veroorzaak zo min mogelijk geluidshinder (bijvoorbeeld, zorg dat de radio niet te hard staat en toeter of schreeuw niet).

  • Zorg ervoor dat de looproutes altijd vrij zijn en dat sleuven dicht zijn en afgedekt worden aan het einde van de werkdag of tijdens de pauze.

  • Als er geen werkzaamheden zijn, zorg er dan voor dat het werkgebied afgesloten is en dat panden bereikbaar zijn.

  • Pas de bouwverlichting aan, zodat deze niet op de gevels schijnt.

  • Wees je bewust van de (bijzondere) afspraken die gemaakt zijn met de stakeholders. (bijv. een vervangende invalide-parkeerplek).

Communicatie: Wat moet je doen?

  • Praat vriendelijk.

  • Blijf rustig als mensen boos zijn, zowel verbaal als non-verbaal.

  • Verwijs mensen door naar het omgevingsteam.

  • Als het werk langer duurt of als de planning verandert, informeer dan tijdig het omgevingsteam, zij kunnen dit aan de omgeving communiceren.

Verkeersmanagement: Wat moet je doen?

  • Houd je aan de verkeersplannen die zijn opgesteld

  • Pas niet eigenhandig de verkeersmaatregelen aan.

  • Controleer na de werkzaamheden of de borden en afzettingen volgens de tekening zijn teruggeplaatst.

  • Geef het goede voorbeeld door de voorgeschreven route te volgen.

  • Als je denkt dat er binnen de afzetting niet veilig gewerkt kan worden, meld dit dan bij de projectleider of hoofduitvoerder.

  • Meld ook als er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor verkeersdeelnemers rond het projectgebied.

  • Voer het werk uit volgens het opgestelde BLVC-plan.

  • Beperk de inzet van een verkeersregelaar: zie toolbox Verkeersregelaar

  • Voor werk op het water: zie toolbox Werken op of aan het water

Vergunningen: Wat moet je doen?

  • Controleer het overzicht van vergunningen: zijn alle benodigde vergunningen aangevraagd? De omgevingsmanager coördineert dit en stemt af met de vergunningenmanager.

  • Houd je aan de eisen die zijn gesteld in de verleende vergunning.

  • Meld aan de omgevingsmanager als je buiten de APV-tijden (ma-za 7.00-19.00 uur) wilt werken. Lever minimaal 6 weken voor de uitvoeringsdatum informatie aan.

  • Hetzelfde geldt voor ontheffingen voor de bouwplaatsinrichting.

  • Als de planning uitloopt, controleer dan of de verleende vergunningen nog geldig zijn.

  • Informeer de omgevingsmanager bij wijzigingen.

Ecologie: Wat moet je doen?

  • Lees het ecologisch werkprotocol zodat je weet wat er op ecologisch vlak speelt (dit wordt gedeeld door de omgevingsmanager).

  • Plaats boombeschermers rond bomen in de buurt van werkzaamheden.

  • Als je iets tegenkomt dat met ecologie te maken heeft, stop dan met werken, informeer de omgevingsmanager en schakel een ecoloog in om de nodige maatregelen te nemen.

  • Check toolbox Werken onder een boom

  • Check toolbox Verwijderen Aziatische duizendknoop

Monitoring omgevingsobjecten

  • Voordat de werkzaamheden beginnen, voert een onafhankelijk bedrijf een nulmeting uit om de startsituatie vast te stellen.

  • Hang geluidsmeters op bij werkzaamheden waar veel geluids- of trillingshinder wordt verwacht.

  • Volg het protocol als de meters bepaalde geluidsniveaus aangeven: (conform werkplan)

    • XX db – werk kan doorgaan

    • XX db – doorgaan, maar wel opletten dat de waardes niet verhogen

    • XX db – stoppen en melden bij opdrachtgever. Werkwijze aanpassen 

  • Schades en overschrijding van de geluidsnormen direct melden bij omgevingsmanager, die geeft de schades door bij verzekeringszaken en is geïnformeerd over de overschrijding van het geluid.

Coördinatie nevenprojecten: Wat moet je doen?

  • (Raakvlak-)projecten: Het omgevingsteam bekijkt welke andere projecten er spelen in de buurt van ons project en deelt belangrijke informatie die tijdens de uitvoering in overweging moet worden genomen.

  • Evenementen: Het omgevingsteam kijkt of er evenementen zijn waar we rekening mee moeten houden en deelt specifieke informatie die in overweging moet worden genomen tijdens de uitvoering.