Naoual Chafiq El Idrissi
03 Bedrijfshulpverlening
 >  Bedrijfshulpverlening (BHV)
Discussie > Bespreek het met je collega’s!
  •  Hoe weet je dat er een incident plaatsvind op deze locatie?
  •  Weet je wie de bedrijfshulpverleners zijn?
  •  Waar ga je naar toe als er een ontruimingsalarm is?
  •  Wat neem je mee?
Introductie

Op de werkplek moeten we er alles aan doen om schade aan veiligheid en gezondheid van de werknemers te voorkomen. Wanneer er toch iets mis gaat moeten we snel kunnen ingrijpen om de gevolgen van een calamiteit zoveel mogelijk te beperken. Daarom moet elk bedrijf een BHV- organisatie hebben. Wat dat inhoudt wordt in deze toolbox beschreven.


Waar is de bedrijfshulpverlening voor verantwoordelijk?

De arbowetgeving in Nederland (ook wel arbowet genoemd) is het stelsel van wet- en regelgeving waarin is vastgelegd dat werknemers veilig en gezond moeten kunnen werken. In deze wetgeving is vastgelegd waar organisaties en werkgevers aan moeten voldoen om hun personeel veiligheid op de werkvloer te bieden. De Arbowet schrijft een organisatie voor om ten minste de volgende algemene taken inzichtelijk en in orde te maken:

  •  Eerste hulp bij ongevallen;
  •  Het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
  •  Alarmering en ontruiming;
  •  Communicatie met externe hulpdiensten.
Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Het opzetten van een bedrijfshulpverlening- (BHV) en noodorganisatie start met het in kaart brengen van mogelijke noodscenario's in de organisatie. De basis hiervoor is de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), waaruit de rest risico ’s blijken. In de RI&E legt de organisatie risico’s vast die kunnen optreden en welke maatregelen genomen moeten worden om incidenten te voorkomen. Elk bedrijf moet kunnen acteren in een situatie waarin zich een ongeval voordoet of iemand acute gezondheidsklachten krijgt.

BHV-organisatie

Het doel van de BHV-organisatie is om in de tijd tussen alarmeren en arriveren van externe hulpdiensten levensreddende eerste hulp te verlenen, een beginnende brand te bestrijden en (een deel van) het bedrijf te ontruimen. Dit mag alleen gebeuren zonder dat de eigen veiligheid van de bedrijfshulpverleners (BHV ’ers) wordt bedreigd. De zogenaamde maatgevende factoren bepalen de benodigde omvang en invulling van de bedrijfsnoodorganisatie. Voorbeelden van deze maatgevende factoren zijn: de grootte van het bedrijf, de gebruiksfunctie (b.v. kantoor/werkplaats), de mogelijke noodscenario’s, het aantal medewerkers en andere aanwezigen. In de BHV-organisatie moet in elk geval het volgende geregeld zijn:

  • BHV’ers moeten binnen enkele minuten effectief hulp kunnen verlenen;
  • Er moeten altijd voldoende BHV’ers aanwezig zijn (ook tijdens vakantie en ziekte);
De BHV’ers moeten opgeleid en geoefend zijn en beschikken over voldoende middelen (b.v. EHBO-middelen, AED, blusmiddelen/-voorzieningen en communicatiemiddelen).

Onderdelen BHV-organisatie

De interne noodorganisatie moet worden beschreven in een bedrijfsnoodplan. Hierin moet minimaal het volgende aan bod komen:

  • De omschrijving van de BHV-organisatie;
  • Beschrijving taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van BHV’ers, lijnverantwoordelijken en werknemers tijdens een calamiteit;
  • Procedure/voorzieningen voor melden noodsituatie, alarmering en ontruiming (b.v. intern alarmnummer/app, alarmering BHV-organisatie en eventuele externe hulpdiensten, alarmeren andere werknemers m.b.v. ontruimingssignaal).

Verder moeten in het bedrijfsnoodplan procedures/voorzieningen worden beschreven voor:
  • Brandbestrijding;
  • Omgaan met dreiging (bommelding, terreur);
  • (Levensreddende) eerste hulp (inclusief opvangen en gidsen van externe hulpdiensten);
  • Bestrijding van andere noodscenario’s die zich kunnen voordoen (zowel intern als extern).

Ten slotte moet aandacht besteed worden aan:
  • Niet zelfredzame personen;
  • De risico’s die de BHV’ers lopen bij bestrijding van een calamiteit;
  • Afspraken met omliggende bedrijven en externe hulpverleningsdiensten (brandweer, ambulance, politie);
  • Nazorg voor hulpverleners en slachtoffers;
  • Beheer en onderhoud van communicatiemiddelen, brandbestrijdingsmiddelen, detectiesystemen (zoals brandmeldinstallatie/-centrale), nood-/oogdouches, EHBO-middelen, AED en uitrusting BHV’ers.

Alle medewerkers en derden moeten over de noodorganisatie worden voorgelicht. Noodscenario's en ontruiming moeten jaarlijks geoefend en geëvalueerd worden voor blijvende effectiviteit van de noodorganisatie.