Onderstaande toolbox is samengesteld n.a.v. vragen vanuit de uitvoering omdat er onduidelijkheden waren hoe men om moest gaan met werken op emplacementen nabij wagons die gevaren symbolen bevatten.
Indeling van de gevarenklassen in groepen stoffen die tijdens het vervoer een gelijksoortig hoofdgevaar bezitten:
1. Ontplofbare stoffen en voorwerpen
Ontplofbare stoffen
2. Gassen
Brandbare gassen
Verstikkende gassen
Giftige gassen
3. Brandbare vloeistoffen
Brandbare vloeistoffen
4. Brandbare vaste stoffen
Brandbare vaste stoffen
Voor zelfontbranding vatbare stoffen
Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
5. Oxiderende stoffen
Oxiderende stoffen
Organische peroxiden
6. Giftige en infectueuze stoffen
Giftige stoffen
Infectueuze stoffen
7. Radioactieve stoffen
Radioactieve stoffen
8. Bijtende stoffen
Bijtende stoffen
9. Diverse gevaarlijke stoffen
Diverse gevaarlijke stoffen
De gevarenklasse staat in combinatie met een stofidentificatienummer vermeld op een rechthoekig oranje bord. Het gevaarsidentificatienummer (GEVI) staat altijd boven het stofidentificatienummer. De symbolen in de gevaarscode komen grotendeels overeen met de stofklassen:
2 ontsnappen van een gas t.g.v. druk of van een scheikundige reactie
3 brandbaarheid van vloeistoffen (gas) en gassen, of voor zelfverhitting vatbare vloeistoffen
4 brandbaarheid van vaste stoffen, of voor zelfverhitting vatbare stoffen
5 verbranding bevorderende (oxiderende) werking
6 giftigheid of gevaar voor besmetting
7 radioactiviteit
8 corrosiviteit (bijtende werking)
9 als eerste cijfer: diverse gevaren (onder andere milieugevaarlijk)
9 als laatste cijfer: gevaar voor spontane hevige reactie
0 als 2de en laatste getal: geen verder gevaar toevoeging
X gevaarlijke reactie met water
Een dubbel cijfer geeft een versterking van het gevaar aan (bv. 3= brandbaar; 33 = licht ontvlambaar).
Bijzondere gevaarsidentificatienummers zijn:
22 diepgekoeld gas
333 voor zelfontbranding vatbare vloeistof
44 brandbare vaste stof bij hoge temperatuur en in gesmolten toestand
606 besmettelijke stof
99 verwarmde stof (diverse gevaarlijke stoffen)
Witte, blauwe en rode beplakking van ketelwagens.
Bij gebreken aan een ketelwagen dient deze afhankelijk van het gebrek voorzien te zijn van een witte, blauwe of rode beplakking.
Wit: Is een gebrek dat verholpen dient te worden bij de eerstvolgende gelegenheid (reparatie, onderhoud of inspectie).
Blauw: Is een gebrek dat verholpen dient te worden alvorens de wagen opnieuw beladen mag worden (wagen mag wel doorrijden naar eindbestemming om gelost te worden).
Rood: Is een gebrek dat direct verholpen moet worden, alvorens verdere handelingen te verrichten
De risico's die kunnen optreden als men niet weet wat een gevaren symbool die op een wagon kan zitten betekend kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor medewerkers en omgeving, waarbij men kan denken aan o.a. lekkende of exploderende wagons.
check bij werkzaamheden nabij wagons eerst de gevaren symbolen die zich op de wagons bevinden en als er twijfel ontstaat of de door jou uitgevoerde werkzaamheden passen bij de gevaren symbolen check dan bij je uitvoerder of VGCU/HSE of dit veilig kan.