N. El Idrissi / N. El Idrissi
09 Specifieke werkzaamheden
 >  Werken langs trambaan
Introductie

Werken op en langs de tramweg brengt verschillende risico’s met zich mee. Om een veilige werkplek te kunnen creëren moet dus aan een aantal voorwaarden voldaan worden om de risico’s te beheersen. Hierbij houden we ten eerste rekening met aanrijd- en elektrocutiegevaar.

Daarnaast zijn er verschillende andere Arbo risico’s die we beheersen door gebruik te maken van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen.

Naast een veilige werkplek behoort ook veilig gedrag om te komen tot veilig werken. Hierin speelt de mens een grote rol, want zoals u geleerd is: alleen een Veilige werkplek + Veilig gedrag = Veilig werken.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Enkele situatievoorbeelden met bijbehorende risico's en te nemen maatregelen:

De tram rijdt over rails en kan dus niet uitwijken:

Risico:

  • Aanrijdgevaar door tramverkeer. 

Maatregel:
  • Maak gebruik van een klaphek.

Wat is een klaphek:

De Veiligheidsman Tram reguleert de doorkruising van de tram door de werkruimte (beheerste toelating). 

De instructies van de Veiligheidsman moeten altijd worden opgevolgd.

Zorg bij het plaatsen van de afzettingen en signaleringen dat aanrijding wordt voorkomen.

  • Seinsignaal   

Ook worden er maatregelen getroffen om de snelheid van de tram te verminderen. Check voor start werkzaamheden of deze snelheidsbeperking geplaatst is.

Snelheidsbeperking tram:

DE TRAM WORDT GEVOED DOOR ONDER SPANNING STAANDE KABELS:

Risico:

  • Elektrocutiegevaar. 

Maatregel:

  • Hoogtebegrenzing voor materieel.

UITSCHAKELEN VAN DE KABELS:

U dient met de start van de werkzaamheden te wachten tot de medewerkers van het tram exploitant (bijv. GVB) ter plaatse hebben gemeld dat de spanning is afgeschakeld en is kortgesloten.


WERKEN AAN EN NABIJ ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES (DE BOVENLEIDING OF DE SPOORSTAVEN): 

  • Werkzaamheden aan en schakelen van de elektrotechnische installatie mogen uitsluitend uitgevoerd worden door daartoe aangewezen personen, zie hiervoor het elektrotechnisch veiligheidshandboek van de trambaanbeheerder.
  • Voor werkzaamheden aan de retourstroominstallatie, waaronder de spoorstaven en kabels, is toestemming van de installatieverantwoordelijke nodig.
  • Hijs- en takelwerkzaamheden onder, naast en boven de onder spanning staande bovenleiding (inclusief hang- en   spandraden) waarbij de afstand in verticale projectie kleiner is dan 5 meter mogen uitsluitend met toestemming van de installatieverantwoordelijke worden uitgevoerd.
  • Bij hijs- of heiwerkzaamheden in de omgeving van de trambaan, waarbij de bovenleiding zich binnen het valbereik van de hijskraan of heistelling bevindt, bepaalt de installatieverantwoordelijke of de werkzaamheden onder spanning of spanningsloos worden uitgevoerd en of de hijskraan of heistelling geaard of aan de retourstroominstallatie verbonden moet worden.
  • Werkvoertuigen mogen de onder spanning staande bovenleiding (inclusief hang- en spandraden) niet dichter dan 1 meter naderen.
  • Werkvoertuigen met een ingestelde en werkende hoogtebegrenzer mogen de onder spanning staande bovenleiding (inclusief hang- en spandraden) niet dichter dan 0,50 meter naderen.


DE TRAM RIJDT DOOR STEDELIJK GEBIED EN IS OPENBAAR TOEGANKELIJK:

Risico:

  • Aanrijdgevaar door wegverkeer. 

Maatregel:
  • Verkeersmaatregelen conform 96B.


WERKZAAMHEDEN AAN DE TRAMBAAN:

Risico:

  • Verwondingen door struikelen, vallen of zwikken i.v.m. ongelijk terrein.

Maatregelen:



REIZIGERS EN DERDEN:

Risico:

  • Betreding werkplek door derden; 
  • Agressie.

Maatregelen:

  • Behandel de ander met respect;
  • Probeer kalm te blijven en word vooral zelf niet agressief ( zie toolbox agressie en geweld ).


VERPLICHTINGEN:
  • Voor werk op en nabij de trambaan is het dragen van helm, veiligheidsschoenen en oranje veiligheidskleding met reflectiestrepen verplicht.
  • Blijf tijdens de werkzaamheden altijd binnen de afzettingen van het werkgebied.


VERBODEN:
  • Het is verboden om te werken in het werkvak als de trams worden toegelaten zonder de regulering door een Veiligheidsman Tram.
  • Het is niet toegestaan te werken als er geen veilige loop-/ vluchtruimte van minimaal 60 cm is. Veilige werkruimte conform 96B.