Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Tijdens de werkzaamheden in de nabijheid van in gebruik zijnde windturbines in de winterperiode is het van belang dat de weersomstandigheden goed gemonitord worden. Dit omdat er een kans aanwezig is dat er ijsvorming ontstaat op de turbine en bladen van de windturbines met als gevolg dat dit ijs naar beneden valt. Werkzaamheden naast windturbines tijdens deze weersomstandigheden leveren gevaar op voor mens en/of materieel.
Wanneer er sprake is van ijsafzetting op de bladen en/of de turbine van een windturbine is er risico dat er brokken ijs naar beneden vallen (ijsval) of zelfs weg worden geslingerd (ijsworp) wanneer de windturbine (nog) in bedrijf is.
Risico's:
Brokken ijs glijden/vallen van de bladen van de windturbine naar beneden.
Ook wanneer de windturbine buiten bedrijf is gesteld is dit risico aanwezig.
Wanneer er sprake is van ijs-worp, worden de stukken ijs over grote afstand weggeslingerd.
Wanneer de windturbine buiten bedrijf is gezet i.v.m. ijsafzetting, kunnen er brokken naar beneden vallen wanneer het dooit. Dit noemen we ijsval.
Vraag na bij de opdrachtgever of er windturbines zijn uitgerust met een detectiesysteem, zo ja welke. Zorg ervoor dat er contact gelegd wordt tussen de beheerder van het ijs-detectiesysteem en uitvoeringsteam van het project zodat er de juiste afspraken vooraf gemaakt kunnen worden. Wanneer er sprake is van kans op "natte" neerslag (regen, sneeuw of ijzel) of een hoge luchtvochtigheid in combinatie met vorst, is er kans dat er ijsafzetting plaatsvind op de turbine en bladen van de windmolens.
Maatregelen:
Ondanks ons gematigd klimaat, kan vorst toch ijsvorming op de bladen van de windturbines met zich meebrengen. Als de temperatuur zich bevindt tussen +3 en -6 graden Celsius, is er namelijk kans op een ijslaag, ijzel of natte sneeuw.
We kennen in Nederland verschillende vormen van neerslag, namelijk: