Deze toolbox gaat over het werken in,- en rondom putten en sleuven. Na de toolbox weet je wat de risico’s zijn. Je weet ook welke maatregelen je moet nemen om risico’s te voorkomen:
Voordat je start met graven weet je wat de kwaliteit van de grond is. Bij twijfel: Vraag aan je leidinggevende of de grond vervuild is. Hij kan je vertellen of er een bodemonderzoek is uitgevoerd is en wat het resultaat is. De KLIC melding geeft aan of er wel of geen kabels en leidingen in de grond liggen. Als dit bekend is kun je starten met het uitgraven van de put of sleuf. Tijdens graafwerkzaamheden zijn er risico’s. Wat deze risico’s zijn gaan we bespreken.
Er zijn twee mogelijkheden om putten en sleuven te graven:
De keuze van werken hangt af van verschillende omstandigheden en situaties. De keuze wordt bepaald in de voorbereidingsfase op basis van:
Tijdens (graaf-)werkzaamheden rond en in de put/sleuf bestaat het risico dat:
Je kunt je voorstellen wat er in deze situaties gebeurt. De kans op ernstig of blijvend letsel als gevolg van vallen, beknelling, beklemming, bedelving, of verstikking zijn groot. In het geval van bedelving of verstikking kan de dood tot gevolg zijn.
De belangrijkste oorzaken zijn:
De risico’s kunnen worden voorkomen door maatregelen te treffen.
Veilige (werk-)ruimte:
Bouwverkeer:
Houd bouwverkeer (graafmachines e.d.) op voldoende afstand. Hierdoor bestaat er geen gevaar dat het talud instorten of inkalft. Hieronder zijn de regels waar je rekening mee moet houden:
Bij een ontgravingsdiepte, minder dan 1,00 meter, moet de afstand minimaal 0,5 meter zijn.
Bij een ontgravingsdiepte vanaf 1,00 meter tot 2,00 meter moet de afstand tot het talud:
Wegverkeer:
Voor de medewerkers moet er naast de werkruimte aan zowel de zijde van het verkeer als aan de zijde van de ontgraving (0,60 meter) vrije ruimte zijn, in totaal moet er dus 1,20 meter vrije ruimte worden aangehouden.
Voor meer informatie zie ook: https://www.abomafoon.nl/2-06-grondwerk-putten-en-sleuven/