Figuur 1 toont de combi-dosismeter, bestaande uit een thermoluminescentiedosismeter (TL-dosismeter) en een PADC-dosismeter. De PADC-dosismeter staat borg voor een nauwkeurige meting van de neutronendosis, maar heeft een relatief hoge detectiedrempel. Daarom is de TL-dosismeter, die elke vier weken wordt gewisseld, uitgerust met een specifieke detector, die zeer gevoelig is voor neutronen, maar waarmee de neutronendosis niet voldoende nauwkeurig kan worden bepaald. Op basis van de indicatie van deze detector wordt beoordeeld of de neutronendosis daadwerkelijk dient te worden gekwantificeerd en de PADC-dosismeter wordt terug geroepen voor evaluatie. Wanneer de neutronengevoelige detector daartoe geen aanleiding geeft, blijft de PADC-dosismeter bij de drager. Ieder kalenderjaar wordt in ieder geval gestart met een nieuwe PADC-dosismeter. De geschatte detectiedrempel voor de jaardosis ten gevolge van neutronenstraling bedraagt in dat geval ca. 0,2 mSv. Deze detectiedrempel is onafhankelijk van de bijdrage van fotonen.
Conform de wettelijke bepalingen wordt de gemeten diepte-dosis opgenomen in het NDRIS, het Nationaal Dosisregistratie- en Informatiesysteem (NDRIS). Daarnaast worden de persoonsgegevens, waaronder de dosisuitslagen uitsluitend bekend gemaakt aan de opdrachtgever en, als daarom wordt gevraagd, aan de Inspectie-SZW. Verwezen wordt naar het privacyreglement op de website voor meer informatie
De meetresultaten worden periodiek gerapporteerd. De dosis wordt gemeld in de eenheid millisievert (mSv). Indien het ingestelde waarschuwingsniveau per uitlezing wordt overschreden, wordt dit direct per e-mail gemeld. Standaard staat dit niveau ingesteld op 1 mSv, maar is door de opdrachtgever zelf te wijzigen. Bij overschrijding van de limiet van de jaar-dosis wordt een opvallende waarschuwing op het dosisrapport afgedrukt.
Omstreeks begin april wordt een overzicht verzonden van de individuele dosisgegevens van het afgelopen jaar.
Zowel de TL-dosismeter als de PADC-dosismeter is voorzien van een etiket. De kleur van de rand en het Mirion-logo op dit etiket wisselt van periode tot periode. Op het etiket zijn de volgende gegevens vermeld:
De TL-dosismeters behoren niet toe aan één bepaalde persoon, doch rouleren willekeurig. Voor iedere uitgifteperiode wordt een koppeling gemaakt tussen de drager en een TL-dosismeter. De PADC-dosismeter wordt eenmalig aan een drager toegewezen. Deze relatie persoon/dosismeter/periode wordt vastgelegd in de dosisregistratie van de dosimetrie-dienst.
Voor het bevestigen van de dosismeter moet een representatieve plaats op het lichaam worden gekozen. In het algemeen is een kraag, een borstzak of een riem om de heup een geschikte plaats. Omdat de dosismeter niet geheel symmetrisch is moet de achterzijde van de combihouder naar het lichaam zijn gekeerd.
Na ontvangst van de nieuwe dosismeters worden de gebruikte zonder combihouder per omgaande aan Mirion Dosimetry Services teruggezonden. Voor de terugzending kan dezelfde verpakking worden gebruikt als waarin de nieuwe dosismeters werden ontvangen.
Gelieve voor het sluiten geen gebruik te maken van een niet-machine. Door gebruik van het bijgevoegde adreslabel met het antwoordnummer van Mirion Dosimetry Services kan de verpakking binnen Nederland ongefrankeerd worden ver-zonden. Bij beëindiging van het abonnement wordt ook de combihouder teruggezonden.
De dosismeters worden in bruikleen ter beschikking gesteld en blijven eigendom van Mirion Dosimetry Services. De dosismeters zijn relatief kostbaar met name door het detector-materiaal. In het belang van de betrouwbaarheid van de dosismetingen en de verwerking van de dosismeter in de apparatuur is het van belang dat de dosismeters schoon en onbeschadigd blijven. Bij beschadiging, vervuiling zoals door plakband en viltstift of verlies, worden de in de tarievenlijst vermelde kosten voor vervanging in rekening gebracht.