Kraanaarde:
Wanneer een kraan, betonpomp of een heistelling door om te vallen de bovenleiding kan raken moet er een kraanaarde worden geplaatst. Deze kraanaarde beschermt de werknemers indien de kraan omvalt en over de bovenleiding komt te liggen. In tegenstelling tot thuis waar de stop doorslaat is dit bij een bovenleiding anders. De spanning (1800 V of 25 KV) kan er op blijven staan.
Of er een kraanaarde nodig is, dient door een deskundige (installatie- en werkverantwoordelijke op basis van ProRail richtlijn RLN00128-2) te worden bepaald. Een eventuele ontheffing kan alleen deze persoon geven.
Dit moet ruim vooraf start werkzaamheden worden bepaald. Dan kunnen op tijd de maatregelen worden getroffen en veilig worden gewerkt.
Als een kraan is uitgerust met deze aardkabel en de kraan moet rijden help dan de kabel begeleiden zodat deze niet losgaat of stuk gereden wordt.
Als de kabel los is van het spoor zeg dit dan tegen de uitvoerder en gebruik een ander aardpunt.
Bliksem
Voor bliksem geldt dat wanneer de donder en de flits minder dan 10 seconden uit elkaar liggen dat je gaat schuilen, bijvoorbeeld in de directiekeet. De kans op inslag is te groot. Zeker met bovenleiding in de buurt neemt de kans van inslag toe!
Er dient een aardelektrode te worden aangebracht. Deze aardelektrode (een pen in de grond of een damwand) dient ter bescherming van de seinwezeninstallaties en andere installaties. Met de aardelektrode zijn de installaties hiermee beveiligd bij blikseminslag op het werktuig.
Voorbeeld
Het werktuig is binnen valbereik van de hoogspanningsinstallatie (bovenleiding). Er dient een verbinding te worden gemaakt met de retour (minusbeen spoor). Daarnaast dient het werktuig altijd tegen bliksem te zijn beveiligd.
De beveiliging bij het raken van de bovenleiding en de beveiliging tegen blikseminslag worden gecombineerd. Controleer altijd het volgende:
Is het antwoord: NEE. Neem direct contact op met de uitvoerder.
De lengte van de kabel mag niet langer zijn dan 65 meter. Deze kabel dient kortsluit vast en betrouwbaar te zijn. De verbinding die zo is gemaakt, garandeert kortsluiting bij het omvallen van het werktuig indien deze bovenleiding raakt en is beveiligd tegen blikseminslag.
IN NOOD:
Mocht er iets op het spoor vallen of op een overweg vast komen te staan! Waarschuw dan de machinist van de trein door met een rode vlag of anderszins rond te draaien. Wilde armgebaren en zwaaien met je vest helpt ook.
Doe dit door minstens 1000 meter van het incident af door langs het spoor te gaan staan en deze gebaren te maken. Stuur een collega in de andere richting met dezelfde opdracht.
Let altijd op je eigen veiligheid en volg de stappen op de alarmkaart!