Veiligheidsmaatregelen moeten genomen worden bij werksituaties waarbij valgevaar bestaat en de valdiepte 2,5 meter of meer bedraagt en als de valdiepte minder dan 2,5 meter bedraagt en er risico verhogende omstandigheden zijn.
Risico verhogende omstandigheden kunnen onder andere obstakels, uitstekende delen, werken boven water, de aanwezigheid van verkeer, in beweging komende delen zijn. Een van de oorzaken van vallen van hoogte is het niet of het onjuist gebruiken van persoonlijke valbeveiliging.
In deze toolbox bespreken we de aandachtspunten waar je op moet letten bij het gebruik van de persoonlijke valbeveiliging oftewel de valgordel.
Er zijn twee soorten persoonlijke valbeveiliging:
Het gaat in beide gevallen om hetzelfde type valbeveiliging, een harnasgordel in combinatie met vanglijn en valdemper. Het verschil zit in de bevestiging van de harnasgordel.
In de bouwsector hebben we voornamelijk te maken met persoonlijke valbeveiliging voor het horizontale vlak (platte daken, aanbrengen randelementen, aanbrengen leuningen, enz,) maar ook met het Dura Vermeer beleid dat in een hoogwerker de valgordel verplicht is.
Let op: Persoonlijke valbeveiliging is alleen toegestaan als op basis van een risico-inventarisatie, bronaanpak en/of collectieve beveiliging zoals afzettingen of randbeveiliging niet mogelijk is.
Risico's die voor kunnen komen tijdens het gebruik van de valgordel zijn:
Harnasgordel:
Verankeringssysteem:
Een harnasgordel kent een verbindingslijn en deze moet vastgezet worden aan een voldoende sterk verankeringspunt. Bij een val moet deze verankering zeker 1000kg kunnen hebben. Kijk dus goed naar een stevig verankeringspunt. Bij twijfel, niet gaan werken. Zo is een stempel geen verankeringspunt evenals de leuning van een randbeveiliging.
Hoogte verankeringspunt:
Het is belangrijk, als het kan, het verankeringspunt boven je hoofd te kiezen. Hoe lager dit punt hoe verder je eerst valt voordat de val zal worden opgevangen. Een verankeringspunt op voethoogte betekent dat je je eigen lichaamslengte sowieso al valt.
Verbindingslijnen:
Gebruik tussen het verankeringssysteem en de harnasgordel statische lijnen met lijnklem. De lijnklem wordt op de gewenste plaats op de statische lijn geplaatst, waarmee het maximale werkgebied wordt bepaald. Dit is een gebiedsbegrenzingsysteem. Bij een goede instelling kan je dan niet over het valfront gaan.
In de bouw gebruikt men veelal korte verbindingslijnen in deze lijnen is standaard en valdemper opgenomen. Als alternatief wordt ook wel een valstopapparaat gebruikt hiermee is de verbindingslijn achter de gebruiker altijd op spanning. Het risico hierbij is het pendeleffect. Loop je zijwaarts van het verankeringspunt weg en val je dan werkt de lijn als een pendel en kan je alsnog gewond raken.
Nooit alleen:
Werken met persoonlijke valbeveiliging doe je nooit alleen. Als je toch valt moet er iemand kunnen alarmeren en je helpen weer op de vloer te komen. Na een val moet je binnen 20 minuten gered zijn, dit omdat het harnasgordel de beenslagaders afklemt (zie ook relief step hieronder).
Relief step:
Zorg ervoor dat je valgordel is uitgerust met relief step, deze is gemakkelijk in te zetten na het maken van een val. Door in de lus te gaan staan verlicht je de druk op de liezen en verlicht je de gevolgen van hangtrauma.
Hoogwerker:
Gebruik in de hoogwerker alleen een valgordel met een korte lijn (positioneringslijn), of een valstopblok welke speciaal is ontworpen t.b.v. valbeveiliging in hoogwerkers. Bevestig je positioneringslijn of valstopbloklijn altijd aan het daarvoor aanwezige ankerpunt in de hoogwerker.