Kelven Berendsen en Edwin de Ruijter
09 Specifieke werkzaamheden
 >  Veilig trekken van kabels
Introductie

De afgelopen jaren hebben we een aantal ernstige incidenten gezien bij het uitvoeren van kabeltrekwerkzaamheden. Kabeltrekken door obstakels is een specialistische klus en risicovol als er niet op de juiste manier met het materiaal en materieel wordt omgegaan. Goed en juist bedienen hiervan voorkomt de kans op ongelukken. In deze toolbox zullen we ingaan op de belangrijkste elementen van het kabeltrekken. Het kabeltrekken is een gevaarlijke activiteit waarbij een goede voorbereiding cruciaal is om bloostelling aan risico’s in de uitvoering te voorkomen. Onderstaand zijn de belangrijkste risico’s benoemd die voorkomen bij het kabeltrekken.

Risico's > Wat kan er gebeuren?
  • Geraakt worden door een weg schietend touw of lierdraad wanneer deze kapot gaat door te hoge trekkrachten;
  • Geraakt worden door het touw of lierdraad als de trekkop op de kern van de kabel er afschiet;
  • Geraakt worden door het touw of lierdraad doordat de gebruikte kabelvlieter losschiet;
  • Geraakt worden door een weg schietend touw of lierdraad als je aan de binnenzijde van een bocht staat;
  • Er kan schade ontstaan aan de kabel bij het trekken met een te hoge trekkracht. Hierdoor ontstaan haarscheurtjes in de buitenmantel waardoor deze afgekeurd wordt bij het manteltesten / of door de opdrachtgever (overschrijdt nooit de maximale trekkracht aan van de kabelleveranciers)

Uit ervaring weten we dat het letsel dat veroorzaakt wordt door het wegschieten van het touw of lierdraad ernstig kan zijn. Denk hierbij aan: botbreuken (benen, armen, schouder), schaafwonden en open wonden. Het is dus van cruciaal belang dat we bij deze werkzaamheden vooraf goed nadenken over welke werkmethode we gaan toepassen in de uitvoering. Mocht de gekozen werkmethode tijdens de uitvoering toch niet passend lijken, leg dan het werk tijdelijk stil en overleg met de voorman en/of uitvoerder (een Time-Out-moment). Onderstaand zijn de belangrijkste beheersmaatregelen opgenomen om de risico's van het kabeltrekken zo klein mogelijk te maken.

Maatregelen > Wat moet je doen?

Algemene instructie
Onderstaande informatie moet vooraf tijdens de startwerkinstructie worden doorgesproken door de uitvoerder en/of voorman met de werkploeg. Ga niet aan het werk zonder duidelijke afspraken over onderstaande punten.

Instructie bedienaar kabellier
Bij het gebruiken van een kabeltreklier mag deze alleen worden bediend door een daarvoor aangewezen en geïnstrueerde medewerker. Zonder aantoonbare instructie mag de kabeltreklier niet bediend worden.

Opstelling Lier:

  • Stel de machine goed op conform de handleiding. Zet de steunpoten uit op voldoende draagkrachtige ondergrond (indien nodig rijplaten inzetten);
  • Voer voor de kabeltrek een visuele inspectie uit aan de kabel(s) en de machinelier of trektouw(en);
    • Kijk naar:
      • Eventueel rafelen van het trektouw en/of scherpe knikken in de lierkabel.
      • De aanwezigheid van een keuringssticker met geldige keuringsdatum van de machinelier.
    • Controleer en registreer de maximale trekkracht van de hulpmiddelen (swivel, trekkous of vlieter e.d,)
    • Controleer het oliepeil en de hoeveelheid brandstof in de lier;
  • Als er geen geregistreerde en gekalibreerde lier wordt gebruikt maak dan ALTIJD gebruik van een breekkabel met een stalen veiligheidskabel voor de overbrugging;
  • Stel de maximale trekkracht in op de lier, die horen bij de kabels die je trekt.


Opstelling personeel:

Afhankelijk van de wijze van kabeltrekken (zicht op elkaar) en de afstand heb je nodig:

  • 1 man bij de haspelwagen;
  • 1 man bij de lier;
  • 1 man bij eventuele bedieningskasten bij machinaal trekken;
  • 1 a 2 man bij de kop van de kabel;
  • Afhankelijk van het aantal bochten, lengte moeten er bij kritische punten medewerkers worden opgesteld om voldoende zicht op de kabeltrek te houden;
  • Bij ingangen van een gestuurde boring of persing moet 1 man staan. Hier kan de kabel vastlopen waardoor de trekkrachten te hoog worden en er risicovolle situaties kunnen ontstaan. 

    Let hierbij continu op elkaar en borg dat personen en/of collega’s zich niet in de line of fire begeven! Spreek elkaar aan waar nodig.

Communicatie:

Een belangrijk onderdeel bij het kabeltrekken is communicatie. Om dit goed te organiseren moeten de volgende beheersmaatregelen worden toegepast:

  • Tijdens de kabelaanleg is er één aanspreekpunt. Dit is de voorman of uitvoerder op het werk.
    • Hij/zij zorgt voor de onderlinge communicatie tussen alle vaste en  ingehuurde medewerkers;
    • De voorman of uitvoerder staat vaak aan de kop van de kabel. Hierdoor zorgt de voorman of uitvoerder ervoor dat de kabelaanleg gecontroleerd verloopt;
  • Bij het kabeltrekken wordt gebruik gemaakt van portofoons of de mobiele telefoon. Iedere medewerker (of groepje) betrokken bij de kabeltrekwerkzaamheden moet onderling volcontinu met elkaar in verbinding zijn.
  • Algemene gespreksdisicipline:
  1. 3x stop achter elkaar (Stop, stop stop) betekent verplicht én direct stoppen met het trekken;
  2. Vlak voor de start van het kabeltrekken gaat de voorman alle medewerkers af (hij/ zij noemt alle medewerkers met de portofoon bij naam en vraagt of ze klaar staan) waarna het kabeltrekken kan starten.
  3. Starten van het kabeltrekken wordt door de uitvoerder of voorman aangekondigd door van 3 naar 1 terug te tellen.

Aanvullende maatregelen:

  • Voorkom dat je in de line of fire staat: begeef je daarom nooit voor de kop van de kabel. Doe je dit toch kan je bij het eraf schieten van de vlieter of trekkop geraakt worden; 
  • Gebruik van mosterdpotten: dit is afhankelijk van het trekken tracé en hoeveelheid bochten. Belangrijkste strekking is dat de kabel de grond bij het kabeltrekken niet mag raken. Let er op dat waar de mosterpotten wanneer deze ondersteund moeten worden dat deze dan de vrijkomende krachten kunnen opvangen. (bespreek dit met je collega’s);
  • Begeef je nooit in de gevarenzone rondom de machine. Zoek contact met de bediener van de kabeltreklier alvorens naar de machine toe te lopen;
  • Het inzetten van zelf (vast) gemaakte trekkoppen op de kern is niet toegestaan tenzij deze door de fabrikant zijn aangebracht. Dus ook geen touw aan een kabel vast knopen;
  • Bij vastlopen van een kabeltrek of overstijging van de trekkrachten neem je altijd contact op met je uitvoerder of projectleider en bespreek je de mogelijke opties om de trekkracht te verlagen (denk aan aanbrengen water in de mantelbuis, glijmiddel toepassen, kabeltransporteurs bijplaatsen, extra mof locatie etc.)
  • Houd een trekkrachtregistratie bij (CKB-eis en een verplichting van de opdrachtgever).
Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Hoe is het kabeltrekken bij jullie op het werk georganiseerd?
  2. Zijn jullie allemaal bekend met de risico's van de werkzaamheden?
  3. Spreken jullie elkaar aan als afspraken bij het kabeltrekken niet worden nagekomen?
  4. Wat zijn jullie ervaringen bij het kabeltrekken?